Menu

Leren om alzheimer te stoppen

Prof. Dr. Helmut Kessels

Er is op dit moment geen therapie beschikbaar die op een goede manier de ziekte van Alzheimer kan bestrijden. Om in de toekomst wel tot werkende therapieën te komen, is het heel belangrijk dat we begrijpen hoe de ziekte van Alzheimer wordt veroorzaakt en waarom sommige personen wel, en anderen niet gevoelig zijn voor het ontwikkelen ervan. Het blijkt namelijk dat mensen die hun hersenen ‘in vorm’ houden door bijvoorbeeld te puzzelen, minder vatbaar zijn voor alzheimer-gerelateerde geheugenproblemen. Bij het Nederlands Herseninstituut hebben we een belangrijke stap voorwaarts gezet in het alzheimeronderzoek, door biologische mechanismen te ontdekken die kunnen verklaren waarom een actief lerend brein beschermd wordt tegen de ziekte van alzheimer. Dit onderzoek heeft als doel het ontwikkelen van nieuwe therapieën die de ziekte van alzheimer moeten gaan remmen of zelfs voorkomen.

Helmut Kessels in his lab

De ziekte van Alzheimer wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van plaques (klonten van eiwitten) in het brein. Deze plaques bevatten een klein eiwit, genaamd beta-amyloïd. Alzheimer-onderzoekers zijn het er over eens dat een teveel aan beta-amyloïd eiwit belangrijk is voor het ontstaan van de ziekte van Alzheimer. Het eiwit veroorzaakt geheugenproblemen in het begin van de ziekte omdat het de verbindingen tussen zenuwcellen, de zogenaamde ‘synapsen’, aantast. Zenuwcellen in de hersenen communiceren met elkaar via deze synapsen, en heel belangrijk, in de synapsen worden ook herinneringen opgeslagen. Het is momenteel nog onbekend hoe het eiwit de synapsen aantast. Wij hebben er voor gekozen om dit probleem met een nieuwe benadering aan te pakken. Wij zijn niet op zoek gegaan naar wat het eiwit doet met synapsen, maar we hebben bekeken hoe de zenuwcellen ongevoelig kunnen worden voor het eiwit.

Wij hebben ontdekt dat niet alle synapsen lijden onder het effect van het eitwit. Wanneer je iets leert, veranderen de synapsen waarin de nieuwe herinnering opgeslagen wordt van moleculaire samenstelling. Wij hebben alzheimer-muizen ontwikkeld waarin alle synapsen in het brein eruit zien alsof ze veranderd zijn door het leren. Wat bleek: deze muizen met de ‘geleerde’ synapsen kregen geen alzheimer-gerelateerde geheugenproblemen. Ze waren volledig ongevoelig voor het beta-amyloïd. Dankzij deze experimenten hebben we ontdekt hoe synapsen gevoelig worden voor alzheimer én, nog belangrijker, hoe ze juist ongevoelig kunnen worden. Deze nieuwe kennis stelt ons nu in staat om met behulp van muizen te onderzoeken hoe we een therapie kunnen ontwikkelen die al onze synapsen beschermt tegen het beta-amyloïd.

Meer weten? Lees verder: