Zomertijd
Ard Schenk, ambassadeur van de Stichting Vrienden van het Herseninstituut in gesprek met prof. Andries Kalsbeek, groepsleider op het Nederlands Herseninstituut en expert in de biologische klok.
Ard Schenk: “Als de klok van zomer- naar wintertijd gaat, dan is mijn slaap ritme in de war. Ik word normaal om 7 uur wakker, maar nu om 6 uur. Ik merk elke dag dat deze klok in het brein mijn ritme dicteert en dat ik lang mijn zomertijd blijf vasthouden als we naar de wintertijd overgaan. En als ik eraan gewend ben, dan gaan we weer terug naar de zomertijd. Ook merk ik in mijn omgeving dat men steeds moeilijker in slaap valt. Hoe komt dit en welke rol spelen onze hersenen in dit proces?”
De biologische klok
Prof. Andries Kalsbeek: “De meeste mensen hebben een aantal dagen last van de overgang en dan vooral als we van wintertijd naar zomertijd gaan. Je moet dan een uur eerder opstaan wat voor de meeste mensen problematisch is omdat onze biologische klok iets langzamer loopt dan de maatschappelijke klok. Bij de meeste mensen is de periode van de biologische klok 15 – 30 minuten langer. Daardoor zijn we vaak geneigd elke dag iets later op te staan als we geen wekker gebruiken. Bovendien bouwen we door de week vaak een slaap tekort op, omdat we nog zoveel moeten doen. Het slaaptekort halen we dan in het weekend weer in door uit te slapen.
Van slaap naar wakker
Wakker worden heeft een behoorlijke impact op ons lichaam. Veel fysiologische processen staan op een lager pitje als we slapen en als je wakker wordt moet alles weer in gang gezet worden. De biologische klok zorgt ervoor dat je voorbereid wordt op wakker worden. Je bloeddruk en lichaamstemperatuur gaan al omhoog voordat we wakker worden. Bij de overgang van wintertijd naar zomertijd moet dit dan allemaal een uur eerder. Als je al hartklachten hebt dan is dat ene uurtje een extra stressor.
Hartklachten
Die langere periode van de biologische klok in de hersenen plus het uitslapen maakt de overgang van wintertijd naar zomertijd in het voorjaar extra moeilijk, omdat we ons ritme moeten aanpassen tegen de klok in en hierdoor op de maandagmorgen na het ingaan van de zomertijd zo’n 2 – 3 uur eerder moeten opstaan dan onze biologische klok aangeeft. Onderzoek heeft aangetoond dat er meer mensen in het ziekenhuis met hartklachten of een hartaanval komen in de dagen na het overgaan van winter naar zomertijd, omdat ons lichaam dus nog niet klaar is om op te staan. En deze getallen zijn juist láger in de overgang van zomer naar wintertijd als we met de klok mee een uurtje extra kunnen uitslapen. Mede hierom pleiten chronobiologen, dus biologen zoals ik die zich bezighouden met de biologische klok, voor afschaffen van de zomer- en wintertijd.
Klok in je kop
Licht zorgt ervoor dat de langere periode van de biologische klok gelijk wordt gezet met 24-uurs ritme van de aarde. En met licht hebben we het vooral over buitenlicht. Als we binnen zitten met het licht aan, is het voor onze biologische klok schemerdonker en niet licht genoeg. Je moet echt naar buiten om je biologische klok gelijk te zetten! Eten en activiteit werkt ook op de biologische klok. De biologische klok is een soort schommel. Hoe beter hij schommelt, hoe beter hij het slaap/waak signaal doorgeeft. Eigenlijk wat Ard Schenk doet en zegt: lekker buiten bewegen. Dan geef je je klok een goede zet.